Een eeuwenoud probleem

Obesitas krijgt vandaag de dag meer aandacht dan ooit, maar afvallen is allesbehalve nieuw. Al eeuwenlang proberen mensen hun gewicht te beheersen. In de 2e eeuw beschreef de Griekse arts Serratus obesitas als een ziekte waarbij het lichaam meer vet opslaat dan nodig. De behandeling toen bestond uit laxeermiddelen, braakmiddelen, lichaamsbeweging, hitte en massage.

Ook in andere culturen werden vergelijkbare methoden gebruikt. Zo benadrukte de Ayurvedische geneeskunde (600 v.Chr. - 100 n.Chr.) dat overeten ziektes veroorzaakte en de levensduur verkortte. In de 11e eeuw adviseerde de islamitische geneeskunde om voedsel snel door het lichaam te laten passeren om volledige absorptie te voorkomen. Methoden varieerden van laxeermiddelen tot intensieve lichaamsbeweging. Deze aanpak lijkt opvallend veel op wat we vandaag de dag nog steeds doen: lichaamsbeweging, sauna’s, en veranderingen in voeding.

De minder bekende kant van gewichtsverlies

Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat gewichtsverlies niet zonder risico's is. Al voordat we geboren zijn, komen we in aanraking met toxines die via de navelstreng worden overgedragen. Wanneer je vet verbrandt, komen opgeslagen gifstoffen zoals polychloorbifenylen (PCB's) vrij in de bloedbaan. Deze stoffen, die door milieuvervuiling in ons vetweefsel zijn opgeslagen, worden bij gewichtsverlies actief. Onderzoek toont aan dat bij elke 10% gewichtsverlies de concentratie van deze schadelijke stoffen in het bloed toeneemt.

Deze gifstoffen kunnen ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals een verhoogd risico op borst- en schildklierkanker, immuunstoornissen en neuro-ontwikkelingsstoornissen. Vooral oudere, zwaardere en minder actieve mensen – degenen die het meest gebaat zijn bij gewichtsverlies – hebben vaak hogere niveaus van deze stoffen in hun lichaam.

Langetermijngevolgen van gewichtsverlies

Tijdens het proces van vetverlies komen deze opgeslagen gifstoffen in de bloedbaan terecht. Dit kan nog maanden of zelfs jaren na het afvallen gezondheidsrisico's met zich meebrengen. Uit onderzoek blijkt dat deze vrijgekomen stoffen, zoals chloorhoudende organische stoffen (bijvoorbeeld pesticiden), de verwachte gezondheidsvoordelen van gewichtsverlies kunnen verminderen of zelfs teniet kunnen doen. Juist de groep die het meest baat zou hebben bij gewichtsverlies – oudere, zwaardere en minder actieve mensen – heeft vaak de hoogste niveaus van deze opgeslagen gifstoffen in het lichaam, wat zorgwekkend is, vooral wanneer er gebruik wordt gemaakt van middelen zoals Ozempic.

Gewichtsverlies en Diabetes Type 2

Een recent artikel beschrijft dat er schadelijke chemische stoffen, zoals persistente organische verontreinigende stoffen (POPs), vrijkomen uit vetweefsel wanneer mensen met diabetes type 2 afvallen. Gewichtsverlies van meer dan 5% zou normaal gesproken leiden tot gezondheidsvoordelen, zoals een lager risico op hart- en vaatziekten. Echter, deze POPs kunnen die voordelen verminderen door schade aan te richten in het lichaam.

POPs zijn giftige stoffen die moeilijk afbreken en zich opstapelen in vetweefsel. Wanneer iemand afvalt, komen deze stoffen vrij in het bloed, wat kan leiden tot hormonale verstoringen, ontstekingen en een verzwakt immuunsysteem. Bij mensen met diabetes type 2, die vaak meer vet afbreken, is dit vooral een probleem. Het verhoogt het risico op hart- en vaatziekten en kan de insulinewerking verstoren.

Een dieet met minder dierlijke vetten, meer plantaardige voeding en af en toe vasten kan helpen deze stoffen uit het lichaam te verwijderen. Toch is meer onderzoek nodig om te begrijpen welke POPs het schadelijkst zijn en hoe effectief diëten zijn in het verminderen van hun schadelijke effecten.

De grote vraag

Dit roept de vraag op: kan gewichtsverlies nadelige gevolgen hebben als het lichaam niet in staat is om de vrijgekomen gifstoffen effectief af te voeren?

Conclusie

Gewichtsverlies wordt vaak geprezen om zijn gezondheidsvoordelen, maar het kan ook risico’s met zich meebrengen. Tijdens het afvallen komen opgeslagen gifstoffen uit het vetweefsel vrij in de bloedbaan. Het probleem is dat het lichaam niet altijd in staat is om deze vrijgekomen stoffen snel en effectief af te voeren. Dit kan te maken hebben met de belasting van de lever en nieren, die moeite kunnen hebben met de plotselinge stroom van gifstoffen, vooral bij mensen met bestaande gezondheidsproblemen.

Bij oudere, zwaardere en minder actieve mensen zijn vaak grotere hoeveelheden gifstoffen opgeslagen in het vetweefsel, waardoor bij gewichtsverlies een grotere hoeveelheid vrijkomt. Dit vergroot het risico op schadelijke effecten, zoals hormonale verstoringen, schildklierproblemen, immuunstoornissen en zelfs een verhoogd risico op kanker. De verhoogde concentratie van gifstoffen kan bovendien de stofwisseling verstoren, wat de langetermijnvoordelen van gewichtsverlies kan ondermijnen.

Daarom is het belangrijk om gewichtsverlies op een gezonde en geleidelijke manier aan te pakken, met aandacht voor de mogelijke gevolgen van de vrijgekomen gifstoffen.

Wil je meer weten, stuur een email.

Vorige
Vorige

Water van de wijsheid

Volgende
Volgende

Nederland op weg naar een Tweede Amerika?